Totaal Resultaat(en)
Geen resultaten gevonden
Totaal Resultaat(en)
Geen resultaten gevonden
Wat is een allergie?
Een allergie is een reactie van het afweersysteem op stoffen die normaal gesproken onschadelijk zijn. Deze stoffen, allergenen genoemd, kunnen bijvoorbeeld pollen, huisstofmijt, dierenharen, voedingsmiddelen of bepaalde medicijnen zijn. Bij mensen met een allergie herkent het afweersysteem deze stoffen als een bedreiging en reageert daarop door afweerstoffen aan te maken. Dit kan leiden tot verschillende symptomen.
Hoe kan een allergie behandeld worden?
Het is belangrijk om te weten hoe u uw klachten kunt verminderen en beter met uw allergie kunt omgaan. De behandeling van een allergie bestaat uit drie stappen:
Probeer contact met allergenen die uw allergische klachten veroorzaken zo veel mogelijk te beperken. Hoe goed dit lukt, hangt af van de specifieke allergie.
Er zijn verschillende medicijnen die allergische klachten kunnen onderdrukken, zoals antihistaminica, neussprays of oogdruppels. Uw arts of apotheker kan u adviseren over welke medicatie het beste bij u past.
Wat is allergeenspecifieke immunotherapie?
Allergeenspecifieke immunotherapie, ook wel desensibilisatie of hyposensibilisatie genoemd, is een behandeling voor patiënten met neus- en oogsymptomen die veroorzaakt worden door graspollen, boompollen en huisstofmijten. Er bestaat ook een immunotherapie voor wespen-of bijengif indien u na een wespen- of bijensteek een door het hele lichaam verspreide allergische reactie hebt ervaren. In deze folder wordt er niet dieper ingegaan op de wespen-of bijengif desensibilisatie.
De behandeling heeft als doel het eigen afweersysteem zo te beïnvloeden door het geleidelijk te laten wennen aan het allergeen waarvoor u allergisch bent. Hierdoor zal uw lichaam minder heftig reageren op blootstelling aan het allergeen waardoor de ernst en de duur van de allergische klachten kunnen verminderen (of zelfs volledig kunnen verdwijnen) en zal uw levenskwaliteit verbeterd worden.
We adviseren tot maximaal voor drie allergenen tegelijk een behandeling te gebruiken: bijvoorbeeld voor graspollen, boompollen en huisstofmijten.
Er zijn twee vormen van allergeenspecifieke immunotherapie:
Uw behandelend arts zal de voor- en nadelen van injecties of tabletten met u bespreken zodat u de beste keuze kunt maken.
Hoe verloopt allergeenspecifieke immunotherapie?
Het verloop van allergeenspecifieke immunotherapie bestaat uit twee fasen:
De allergenen worden toegediend via onderhuidse injecties in de bovenarm. Er bestaan verschillende opbouwschema's voor de verschillende producten en uw arts zal samen samen met u het schema bespreken dat het meest geschikt is voor u. Het schema dat het meest bij kinderen gebruikt wordt, is een opbouw over een periode van 12 weken. De dosis van het toegediende allergeen wordt wekelijks verhoogd tot een maximum dosis (hoeveelheid is afhankelijk van het gebruikte product). Deze eerste zes inspuitingen gebeuren in het ziekenhuis. De volgende periode kunnen de tweewekelijkse en nadien maandelijkse inspuitingen van de onderhoudsdosis toegediend worden bij de huisarts.
De opbouwfase is korter en kan variëren van geen tot enkele dagen. De eerste inname dient te gebeuren onder toezicht van de arts. Het is belangrijk dat u een minuut na het plaatsen van de smelttablet niet praat en vijf minuten daarna niets eet. Dit is om te voorkomen dat u het tablet vroegtijdig doorslikt. Het is de bedoeling dat het tablet lokaal in het slijmvlies van de mond wordt opgenomen.
Na de opbouwfase worden de inspuitingen meestal maandelijks verder toegediend bij de huisarts.
Als u geen bijwerking heeft gekregen na de eerste inname, dan kunt u de volgende dag het smelttablet of druppels veilig zelf thuis innemen. De inname van deze smelttablet of druppels kunnen ofwel het hele jaar door gegeven worden ofwel enkel gebruikt worden in een bepaalde periode van het jaar.
De totale behandeling duurt meestal 3 tot 5 jaar..
Wat zijn de mogelijke bijwerkingen?
De meest voorkomende bijwerking van immunotherapie is vermoeidheid. Die treedt soms op na de eerste behandelingen en worden in het verloop duidelijk minder.
Er kan jeuk en/of roodheid en/of zwelling op de injectieplaats optreden. Deze klachten verdwijnen meerstal na tweetal dagen, maar kunnen ook eventueel laattijdig optreden.
Daarentegen kan bij het gebruik van de smelttabletten en druppels een licht jeukend of tintelend gevoel in de mond optreden. Deze klachten zijn meestal kortdurend en verdwijnen tijdens het verloop van de behandeling.
Indien u astma heeft, is het van belang dat dit goed gecontroleerd is alvorens immunotherapie op te starten aangezien er anders een verslechtering van uw astma kan optreden. .
Bovenstaande nevenwerkingen zijn gemakkelijk te behandelen met een antihistaminica en een astmapuffer. Het is belangrijk altijd uw arts op de hoogte te brengen indien u vermoedt dat de behandeling bijwerkingen geeft.
Kan immunotherapie gevaarlijk zijn?
Het risico op ernstige bijwerkingen, zoals kortademigheid, bloeddrukdaling of een allergische shock, is zeer klein. De behandeling wordt altijd uitgevoerd in een gespecialiseerd medisch centrum met getraind personeel en de juiste medicatie. Het is wettelijk verplicht dat de immunotherapie onder supervisie van een arts gebeurt en om de veiligheid te garanderen, blijft u na elke injectie minimaal 30 minuten onder toezicht van een arts. Zo kan er snel ingegrepen worden bij een zeldzame allergische reactie.
Wat is het effect van allergeenimmunotherapie?
De behandeling is zeker effectief, maar het effect hangt af van uw klachten. Na één jaar voelt ongeveer 80% van de patiënten zich beter. Dit percentage stijgt verder na twee tot drie jaar behandeling. Hoelang het effect van de behandeling aanhoudt, verschilt van persoon tot persoon. In het algemeen komen de symptomen minder vaak terug naarmate de therapie langer duurt. Bovendien zijn er reeds laattijdige effecten aangetoond bij het gebruik van bepaalde immunotherapie producten.
Wie komt er in aanmerking?
Immunotherapie wordt voornamelijk aangeraden bij patiënten die onvoldoende verlichting ervaren van hun anti-allergische medicatie, zoals antihistaminica en neussprays. Bijgevolg kan het beschouwd worden als de laatste stap in de behandeling van seizoensgebonden en niet-seizoensgebonden allergische rhinoconjunctivitis. De laatste jaren is er ook evidentie dat het effectief kan zijn in de behandeling van allergisch asthma. Ten slotte, kan immunotherapie ook gebruikt worden bij patiënten die nevenwerkingen van hun medicatie ervaren. De behandeling is mogelijk vanaf de leeftijd van 5 jaar.
Het is tegenaangewezen immunotherapie op te starten bij patiënten met een ongecontroleerd astma. Hiervoor zal voor de start van de immunotherapie een longfunctietest uitgevoerd worden zodat bij enige vorm van astma eerst een adequate behandeling kan opgestart worden. Bij bepaalde ziektebeelden en/of medicatie kan immunotherapie minder effect hebben waardoor het niet aanbevolen wordt (bv: ziektenbeeld of medicatie die afweer onderdrukken).
Enkele bijkomende opmerkingen:
Is immunotherapie terugbetaald?
Momenteel is er nog geen terugbetaling voor zowel sublinguale als subcutane immunotherapie in België. Neem zeker contact op met uw ziektefonds om na te gaan of er een minimale terugbetaling voorzien is.